Ik heb net mijn laatste begrafenis uitgevoerd. Na vijftien jaar geef ik de fakkel door aan Felix die ooit als stagiair binnenkwam en die ik al snel als mijn gedroomde opvolger herkende. Vijftien jaar is inderdaad niet veel voor een volledige zelfstandigencarrière maar ik was een laatbloeier. Al ruim de vijftig voorbij had ik genoeg van de moordende concurrentiecommerce en door vele toevallen tegelijk nam ik funerarium Tijd voor leven en dood over.
Mijn volgende en enige afspraak voor de rest van de dag is met Fons. Elke keer dat ik hier een begrafenis leid, ga ik op de bank naast het graf van Fons even mijn tijd stilzetten. Dit is een belangrijke dag. Als een oude man kijk ik vanaf de bank over de kerkhofmuur naar de stad en zo terug in de tijd. Een funerarium is toch ook commerce maar ik heb het heel graag gedaan. Ik zorg graag voor het leven, ook in de dood. Het graf van Fons ziet er nog altijd goed uit en helemaal zoals ik het bedoeld had. De steen is mooi verouderd. Gelukkig sproeien ze het mos niet kapot. Dit jaar opnieuw een mooi kleurig en levendig bloemenveldje. Dankzij het gepaste en vooral bescheiden onderhoud door de familie. Het is mijn bijzonderste ontwerp en dat in mijn eerste jaar al. Niet zozeer door het ontwerp zelf maar door alles wat er daarrond gebeurde.
Ja, vijftien jaar geleden was ik als enthousiaste nieuwkomer op het jaarlijkse sectorevenement zo waar op het podium terechtgekomen om een prijs in ontvangst te nemen voor mijn ontwerp van het graf van mijnheer Fons. Het graf van Fons veranderde nog vóór zijn begrafenis mijn leven.
Voor Fons ontwierp ik een stenen kader dat zo dun mogelijk moest zijn en dat aan de linkerzijde een verdubbeling had. Zo ontstond een smalle open gleuf. De bovenzijde van het stenen kader moest de inscripties dragen. Ik zit er hier nu op te kijken en hoewel eerst wat onzeker heb ik het altijd geslaagd gevonden dat de hele omtrek van het kader inscripties heeft: het is een vaak gelezen graf. Was dat alles? Ja, voor de rest gingen de familie, buren, vrienden én bewoners van de Parkstraat zorgen.
Fons was namelijk postbode en hij had de Parkstraat zijn hele loopbaan bediend, ongeacht alle andere routes. Te voet, met de fiets, brommer en elektrische fiets. Hij zag daar volledige generaties geboren worden, opgroeien en doodgaan. Door zijn ervaring zal hij ook wel de gebeurtenissen beseft hebben wanneer enveloppen door zijn handen gingen.
En de Parkstraat bleef maar vertellen zodat hij in al die jaren heel wat tijd aan de Parkstraat heeft geschonken. Ze vertelden omdat hij luisterde – zo zijn er natuurlijk veel postbodes – maar hij had ook antwoorden. Ze aanvaardden zijn berispingen, hij vertelde hun grappen aan andere straten. Ze namen sommige beslissingen pas nadat ze hem om advies gevraagd hadden. En ja, dat luisteren was éénrichtingsverkeer, weliswaar normaal voor zijn job – maar toch. Zelden had iemand naar Fons geluisterd, of beter gezegd moeten luisteren. Fons wou mensen niet storen met zijn kleine en grote vragen.
En opeens stond Rita, de vrouw van Fons, met haar familie en een klein comiteetje van de Parkstraat in mijn bureau om het grafmonument te bespreken. Fons had de Parkstraat verlaten op zijn laatste ronde en was nooit meer teruggekeerd. Dood op zijn bank achteraan in de tuin terwijl hij leek uit te rusten van het tuinieren. De dag na die eerste kennismaking heb ik hen opnieuw ontvangen. Met zeven waren ze. Elk bracht zijn Fons-verhaal en ik luisterde. Op Fons’ wijze? Ze hadden hem nog zo veel te vertellen en ik moest dat voor hen regelen. En zo gaf ik aan de dierbaren van Fons een boodschapsteen. Ik weet nu nog heel goed hoe ongerust ik was in afwachting van hun reactie dat ik niet zo maar een schets voorlegde maar een volledig uitgewerkte, ingekleurde tekening, met een dichtgevouwen briefje in de gleuf getekend om hen te tonen wat ik bedoelde.
Mooi met die bloemen, lachte zijn kleindochter. Ja, ik zie het, ik ga zijn favorieten verplanten, plande zijn zoon geëmotioneerd. Ja, briefjes voor Fons schrijven, ronselde de sympathieke en spontaan opgestane voorzitster van het Parkstraat-comité. Ze was er bij rechtgesprongen en schrok van haar eigen enthousiasme dat in het decor van een funerarium ontstuimig oogde. Meteen sprongen de tranen in haar ogen en ze keek mij zoekend aan. Ik herinner mij levendig dat ik alleen maar kon glimlachen bij het besef dat ze zich allen goed voelden bij mijn ontwerp en ik overhandigde haar een eerste blanco briefje. Karel, de enige broer van Rita, was ook gerustgesteld bij het zien van de soberheid van het geheel en de inscripties op het stenen kader. Ik ga je helpen met het onderhoud en verzorgen van de plantjes, klonk hij praktisch.
Het werden intensieve dagen tot aan de afscheidsdienst. De Parkstraat vroeg mij zelfs eens langs te komen. Ik deed het met de fiets om te genieten van de late herstzon. Bij het indraaien van de rustige straat keek ik rond en betrapte mezelf er op dat ik brievenbussen aan het lezen was. Ik was er vroeger nooit geweest maar toch kon ik zien dat er veel veranderd was: verse stralend witte linten in de bomen. Halverwege de straat lag er een klein grasveldje met herfstkleurige bloemen. Er stond voor dat uur redelijk veel volk en iemand die ik herkende van de vergaderingen wenkte mij. Ik kwam aan een piqueniquetafel terecht die ruim bedekt was met thermossen, karaffen fruitsap, flessen wijn, zelfgebakken taart. Tussen dat alles lagen stiften, kleurpotloden, papier, kleurboeken, enveloppen. Ik zag iemand de briefjes verzamelen in een doos en onzichtbaar het gebeuren organiseren. Het was Nadine, de sympathieke voorzitster van het straatcomité in mijn bureau. Ze gaf me een opgestoken duim en bood me een glas wijn aan terwijl ze me een lege plaats aan de tafel wees. Bij mijn vragende blik gaf ze me papier. Na de voorbije dagen heb jij ongetwijfeld ook iets aan Fons te vertellen, klonk ze tegelijk wijs en speels plagerig. Ik zweeg terwijl ik er niet in slaagde mijn ontroering te verbergen. Ik herinner mij nog altijd de bengel naast mij en hoe ik aan zijn gezicht en handen kon zien welke kleuren zijn tekening voor Fons had.
Ik postte mijn briefje voor Fons. Merci voor de Parkstraat.
Dit bericht heeft 2 reacties.
Hey Peter, ik was zo levend mee in het verhaal en bracht me terug bij mijn grootouders in de parkstraat.
🙏
Dag Jasmine, ben soms wat traag in checken van berichten op mijn blog. Sorry daarvoor want merci voor deze zeer mooie feedback.